De afgelopen twee weken stond op de agenda van de gemeenteraad een motie van de PVV die het college oproept om de moskee in Almere Buiten (Omar Ibn Al Khattab) te verzoeken medewerking te verlenen aan een onderzoek door een accountant om vast te stellen of de herkomst van de gelden die zijn geworven voor de bouw van de moskee,traceerbaar zijn en wat die herkomst is. De gedachte achter die motie is dat er mogelijk sprake zou kunnen zijn van financiering door buitenlandse landen of entiteiten.
De VVD hecht groot belang aan transparantie. Transparantie ten aanzien van de financiering van islamitische instellingen is van belang om een aantal redenen. Ten eerste kan invloed vanuit vreemde mogendheden en buitenlandse organisaties desintegrerend werken. Ten tweede kan financiering met verkeerde motieven radicalisering in de hand werken, hetgeen een dreiging vormt voor de Nederlandse Staat en de Nederlandse samenleving. Ten derde kan transparantie twijfels en angst in de samenleving wegnemen.
Uit een recente Kamerbrief van minister Van der Steur, naar aanleiding van een landelijk onderzoek naar de financiering van islamitische instellingen, blijkt dat "het onderzoek beveelt de overheid aan om islamitische instellingen te bewegen meer inzicht hierin te verschaffen, ten einde de instellingen die niets te verbergen hebben niet nodeloos bloot te stellen aan nader onderzoek."
Na het voeren van diverse gesprekken, onder andere met het moskeebestuur, heeft de VVD besloten om de motie van de PVV niet te steunen. Hieraan liggen een aantal overwegingen ten grondslag. In de eerste plaats hebben wij een gesprek gevoerd met een afvaardiging van het bestuur van de moskee. Wij vinden het wel zo correct om niet alleen over organisaties te praten, maar ook met ze in gesprek te gaan. Wij hebben dit gesprek als transparant en constructief ervaren. Uit het gesprek bleek dat het moskeebestuur altijd bereid is geweest en bereid is om aan het gemeentebestuur inzicht te verschaffen in haar financiën. Het moskeebestuur heeft een goede verstandhouding met het gemeentebestuur en wilt voortbouwen op wederzijds vertrouwen. Ook weerspreekt het moskeebestuur uitdrukkelijk dat sprake is van geldstromen uit het buitenland. Een ander punt dat wij hebben meegewogen in onze besluitvorming is een uiting op de social media. De fractievoorzitter van de PVV geeft als reactie op de beantwoording van de schriftelijke vragen over de moskee door het college van burgemeester en wethouders aan dat “het college radicalisering faciliteert”. Van dit soort uitspraken willen wij ons distantiëren.
Het bovenstaande neemt niet weg dat onze fractie bezorgd is en blijft over de personen die de moskee uitnodigt. Die zorg hebben wij ook uitgesproken in de gemeenteraad. Door het moskeebestuur uitgenodigde personen als Haitham al Haddad, Abou Hafs (Fouad el Bouch) en Tarek Ibn Ali (Tarik Chadlioui) hebben een zeer dubieuze reputatie en zijn zeer omstreden. Abou Hafs verscheen in het verleden bijvoorbeeld zij aan zij met Abou Moussa (Azzedine Choukoud), een van de bekendste jihadisten van Nederland die momenteel vastzit. In een vrije samenleving, waar wij altijd pal voor zullen staan, past het niet om dit soort personen een podium te geven. Er zijn namelijk grenzen aan de vrijheid van religie binnen onze Nederlandse democratische rechtstaat, wanneer deze vrijheid wordt misbruikt om op te roepen tot haat en geweld jegens andersdenkenden, mensen met een ander geloof of zonder religieuze overtuiging.