Tijdens de Politieke Markt van 7 februari jl., is de Lokale Onderwijs Monitor van 2011/2012 aan de Raad gepresenteerd. De VVD is verheugd over de volledigheid van dit rapport. Deze transparante manier om openheid van zaken te geven biedt ons de mogelijkheid om te evalueren en waar nodig bij te sturen. Echter na het lezen van deze monitor ontstond geen jubelstemming. Dit ondanks het feit dat het aantal zwakke scholen in december 2012 is teruggebracht naar 9. Een aantal punten uit deze monitor stemmen ons tot grote zorg.
De Inspectie voor het Onderwijs concludeert dat slechts een deel van de hoge Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) ambities zijn gerealiseerd en dat er nog veel te verbeteren valt. Een voorbeeld hiervan is dat de implementatie VVE binnen de basisscholen aanmerkelijk achterblijft. De extra aandacht voor taalonderwijs voor kinderen die dit hard nodig hebben stagneert. Dit moet en kan beter. De schoolbesturen hebben beterschap beloofd maar voor de VVD blijft de vraagt hoe we dit gaan monitoren.
Een ander zeer opmerkelijk feit in deze monitor is dat de cito-scores van kinderen op een zwakke school danwel van kinderen op een school met een basisarrangement (minimale kwaliteitseis van de Inspectie voor het Onderwijs) niet erg veel van elkaar verschillen. Het kan toch niet zo zijn dat de cito-scores van kinderen op een zwakke school zijn behaald ondanks de slechtere kwaliteit van deze school? Overigens is de gemiddelde cito-score van alle Almeerse kinderen met 2 punten afgenomen ten opzichte van landelijk; een uiterst zorgelijke ontwikkeling.
Een ander belangrijk punt van aandacht voor de VVD is het feit dat het aantal havo/vwo leerlingen in het derde leerjaar afneemt en ook de slaagpercentages voor havo en vwo fors zijn gedaald. Vooral de HAVO doet het slecht: 79% ten opzichte van 89% landelijk!
Kortom: de VVD vraagt zich af of er wellicht teveel de nadruk is gelegd op het terugbrengen van het aantal zwakke basisscholen en of een aantal andere zorgpunten aan onze aandacht zijn ontsnapt? We hopen niet dat nu het voortgezet onderwijs toe is aan een fikse kwaliteitsimpuls. Daarnaast blijft de vraag hoe we onze investeringen in de VVE-aanpak tot een zo optimaal mogelijk resultaat kunnen brengen. Aangezien niet alle vragen en opmerkingen van de aanwezige raadsleden en fractieassistenten beantwoord konden worden, zal de verdere bespreking van deze monitor binnenkort weer geagendeerd worden. Wij zijn uiterst benieuwd naar de reactie van het college op onze gestelde vragen!