De programmabegroting voor 2016 is een feit

De meeste van onze moties en amendementen hierop zijn aangenomen. Een van de moties werd zelfs door de voltallige raad gesteund. Dit betrof een bewonersinitiatief voor een Voedselbos in Almere Haven. Ik heb de initiatiefnemers uitgebreid gesproken tijdens de Motie-markt waar bewoners hun ideeen konden toelichten. Het Voedselbos zal bestaan uit bomen, struiken en planten die eetbaar zijn. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan fruit- en notenbomen. Er wordt nauw samengewerkt met de basisscholen uit de buurt om kinderen te laten zien waar ons voedsel vandaan komt. Een sympathiek, kleinschalig project dat wij van harte steunen. Een ander amendement wat op zeer brede steun kon rekenen was de Kunstbus. Zij gaan met een heuse bus de wijken in en bieden laagdrempelige gevarieerde cultuurprogramma’s aan. Met name voor kinderen die normaal gesproken niet met cultuur in aanraking komen. De financiele dekking halen we uit het budget voor “ De Kogge “; een idee van de wethouder Cultuur dat op weinig enthousiasme van de rest van de raad kon rekenen. Een bewezen succesvol cultureel project met een groot bereik verdient onze steun. Hobby’s van een lid van het college niet. Twee andere aangenomen moties betroffen de inzet van de aanjaaggelden en het Sociaal Domein. Om met het laatste te beginnen; deze motie betreft onze zorg over dubbelingen. Sinds 1 januari 2015 is de gemeente ook verantwoordelijk voor jeugdzorg. Talloze projecten op dit gebied waren al ondergebracht binnen de portefeuille Onderwijs. Een groot deel van deze projecten betreft volgens het college preventie. De redenering dat veel projecten onder preventie vallen is gerechtvaardigd omdat dit een beroep op zwaardere zorg zou voorkomen. Dit is echter zeker niet in alle gevallen duidelijk aantoonbaar. In onze motie roepen wij het college op om deze dubbelingen nader te onderzoeken als ook de effecten van preventie. Een andere motie ging over de aanjaaggelden. De aanjaaggelden zijn middelen die jaarlijks worden ingezet op gebieden die een extra impuls verdienen. Dat zijn bijvoorbeeld onderwijs en cultuur. De criteria voor aanjaaggelden zijn dat deze middelen incidenteel zijn en geen structureel karakter mogen krijgen, tot stand komen met co-financiering en een 2-jaarlijkse evaluatie kennen. De vorm en het moment van de evaluatie was echter nog niet vastgelegd. Door middel van deze motie is dat nu geregeld. De belangrijkste vraag die wij willen stellen tijdens de evaluatie is wat hebben deze bestede middelen betekend voor onze stad. Kortom, we zijn tevreden met deze behaalde resultaten en volgen de uitwerking van het college uiteraard op de voet!